Geen geruisloze omzetting bij doorgeschoven voortgezet ondernemerschap
- mr3725
- 15 aug
- 1 minuten om te lezen
De Kennisgroep inkomstenbelasting (van de Belastingdienst) heeft geoordeeld dat de geruisloze omzettingsfaciliteit van artikel 3.65 Wet IB 2001 alleen kan worden toegepast als de medegerechtigdheid een rechtstreekse voortzetting vormt van het eigen ondernemerschap.
Bij een doorgeschoven voortgezet ondernemerschap – bijvoorbeeld wanneer de medegerechtigdheid is verkregen via een geruisloze doorschuiving op grond van artikel 3.63 of 3.62 Wet IB 2001 – ontbreekt die directe aansluiting. De verkrijger treedt wel in de plaats van de overdrager voor fiscale positie, maar niet voor het vereiste van “rechtstreeks voortzetten als ondernemer”.
Meer weten? Neem hiervoor contact op met Jeroen Klerkx (jk@lexfiscalisten.nl).
Opmerkingen